Tim Krabbé staat bekend als de schrijver van dunne, spannende boekjes
die om die redenen erg populair is bij scholieren. En dat is jammer want
hij is toch echt een schrijver van literaire grote mensenboeken die de
afgelopen jaren op mij vooral indruk maakte met 'De grot' en 'Het gouden
ei': over mensen die -al dan niet bij toeval- betrokken raken bij
misdaad en moord. Je zou het psychologische thrillers kunnen noemen maar
dan wel met de nadruk op psychologisch. De stijl van Krabbé is spaarzaam:
hij schrapt en schrapt en schrapt tot het verhaal hooguit voor de helft
op papier staat en de rest kan je er als lezer zelf bij denken. In
vrijwel al zijn boeken lopen meerdere verhalen door elkaar en vallen pas
op het eind alles op zijn plek. Zo ook in zijn nieuwste boek 'Een goede
dag voor de ezel'.
Het verhaal: Mischa Korenman heeft een ontzettende hekel aan zijn ex-vrouw
Lydie: "Ze was een gemeen en verschrikkelijk mens, iemand die geen
geweten had en er ook geen wilde hebben, die geen gevoel had, alleen
maar een kut, die jaren van zijn leven bij het vuil had gegooid- maar
moest ze daarom dood?" Dat laatste is dus wel zijn voornemen, hij koopt
een pistool, gaat oefenen ergens in een bos en dan, op de weg terug naar
de parkeerplaats waar hij zijn auto achterliet, komt hij in een bus
terecht tussen een groep scholieren. Achter hem hoort hij voortdurend
hoe 'een stem' de meest vreselijke dingen zegt over een meisje dat
voorin zit en die wordt aangeduid (en aangesproken ) als 'Viskutje':
"De stem praatte door, weer zo zacht dat Mischa slechts af en toe een
woord opving. Het
leek over neuken te gaan, hoe hij die Viskutje een keer had geneukt.
Mischa dacht te begrijpen dat ze daarbij had gehuild en dat de jongens
het niet eens konden worden of huilen bij neuken altijd betekende dat er
klaargekomen werd, of dat het gewoon van pijn en verdriet kon zijn.(....)
'Het is weerzinwekkend', dacht Mischa. En ik zit erbij en doe niks. Zo
meteen zal ik veilig in mijn auto stappen en zal ik me deze busrit
altijd herinneren als een dieptepunt in mijn leven."
Mischa is het ene perspectief van waaruit het verhaal wordt verteld, het
andere is dat van
Wybren Fechter, de vader van Esther (het meisje dat voor in de bus zat),
advocaat en weduwnaar die na het overlijden van zijn vrouw met zijn
dochter van Amsterdam naar het platteland is verhuisd om een nieuw leven
te beginnen. Na de nodige aanpassingsproblemen lijkt zijn dochter
eindelijk aansluiting te hebben gevonden op school, de vader heeft er
alleen geen idee op welke manier en met welke gevolgen. Tot er anonieme
brieven komen met voor hem aanvankelijk cryptische teksten als "Iedereen
neukt Viskutje" en "Viskutje vind het lekker." Na enige aandrang biecht
Esther alles op: hoe zij het vriendinnetje werd van Bas Meeuwisse, een
foute jongen met kale kop,legerkistjes, hakenkruizen op zijn jas én
status, waardoor ze hoopte meer geaccepteerd te worden door haar andere
mede-leerlingen. Hoe schofterig hij haar behandelt en hoe zij zichzelf
daarvan de schuld geeft. Wybren Fechter voelt een enorme haat in zich en
zint op wraak.
Of Mischa zijn vrouw vermoordt en of en hoe de vader van Esther in actie
komt: ik zal het hier niet verklappen. Op zich vond ik ook 'De ezel'
weer een prachtig boek, door de manier waarop Krabbé schrijft en de
thema's die hij aansnijdt maar toch vond ik het minder overtuigend dan
bijvoorbeeld de grot'. Dat komt omdat hij naar mijn smaak wat teveel
heeft weggelaten zodat er gaten vallen in het verhaal. Het komt ook door
de ontknoping die wat al te toevallig en vooral onlogisch is. En
daardoor sloeg ik het boek met enige teleurstelling dicht.
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
Eigenlijk heeft Mischa al besloten om zijn vrouw niet te vermoorden als
hij in een opwelling gelijk met 'de stem' uit de bus stapt en de jongen
volgt tot vlak bij de boerderij waar deze Bas Meeuwisse woont. Hij
spreekt hem aan, de jongen lijkt geschrokken maar krijgt al snel zijn
oude bravoure terug. Dan schiet Mischa hem in een opwelling dood.
Maanden later blijkt Mischa in Australië te wonen waar hij een nieuw
leven is begonnen. Wat er in de tussentijd is gebeurt moet je uit enkele
mededelingen opmaken: ontsnapt aan de politie en aan de mediagekte die
ontstond toen bekend werd wat voor een ploert de vermoorde jongen was en
de onbekende schutter tot een volksheld uitgroeide. In Australië heeft
Mischa een vrouw leren kennen maar hij wordt achtervolgd door
schuldgevoel. Hij móet zijn nieuwe geliefde vertellen wat hij heeft
gedaan, met het risico dat hij haar kwijtraakt, maar hij stelt het
steeds uit. Geplaagd door dit dilemma gaat hij op een dag in Sidney op
een terras zitten aan een tafel bij een Nederlandse man die op zijn
dochter zit te wachten. Die dochter blijkt Esther, ze is door haar vader
mee op wereldreis is genomen om over de
gebeurtenissen heen te komen. Als vader even weg is beginnen Mischa en
Esther -die hem meteen herkent als de man uit de bus- te praten. Wat ze
bespreken staat er niet bij, wel valt het Wybren op dat zijn dochter
daarna ineens van een last lijkt bevrijd. Uit het laatste hoofdstuk
blijkt dat ze Mischa heeft bedankt voor de moord. En dat nu is volgens
mij ongeloofwaardig omdat ze eerder in het boek verteld dat ze -ondanks
dat hij haar als een schoft behandelt- verliefd is op Bas, maar ook als
dat niet zo was kan ik me niet voorstellen dat een 15-jarige die door
alle gebeurtenissen op zijn minst van slag moet zijn geweest en
waarschijnlijker getraumatiseerd, zo luchthartig de moordenaar van de
jongen die zij toch als haar vriendje beschouwde zou vergeven.
Hilde
|
De
website van Tim Krabbé
|