Als Frenchfan had ik er een hard hoofd in: zou hun nieuwe boek het
niveau
halen van De bewoonde wereld? Of zou het een tegenvaller zijn, zoals hun
laatste: Vang me als ik val? Goddank, het echtpaar is weer helemaal
terug
van weggeweest!
Ze zijn altijd sterk geweest in het uitkiezen van
nachtmerries, bijvoorbeeld: geboeid in een kelder zitten met een
moordenaar als gezelschap (De bewoonde wereld)of erachter komen dat je
dreamlover op zijn zachtst gezegd niet spoort (Bezeten van mij).
Dit
keer
is het de herkenbare nachtmerrie van elke ouder, de verdwijning van een
kind. En het begint allemaal zo goed voor hoofdpersoon Nina Landry, op
haar veertigste verjaardag. Ze zal met haar zoon Jackson(11) , dochter
Charlie(15) en kersverse vriend Christian (die in Londen is, 100
kilometer
verwijderd van haar woonplaats) naar Florida vliegen om de kerstdagen
door te brengen. Maar Charlie komt niet thuis na haar krantenwijk, en is
ook niet aanwezig op het door haar georganiseerde
surprise-verjaardagsfeestje voor mama.
Later blijkt er het een en ander
verdwenen te zijn van Charlies kamer, alsof ze de benen heeft genomen.
De
plaatselijke diender is er niet van ondersteboven:
'Tieners lopen altijd
weg, mevrouw, u mag niet bellen in de auto en bovendien staat u op een
gele streep, wat ook verboden is.'
De wanhopige moeder gaat dus zelf op
onderzoek uit. Zelfs als ze akelige dingen ontdekt, en er een echte
inspecteur en rechercheur op deze vermissing worden gezet, heeft ze meer
last dan gemak van de politie. Die willen zich aan de regels houden door
urenlange ondervragingen, iets waar Nina geen tijd voor heeft. Ze moet
haar dochter zien te vinden voordat het te laat is.
Een gruwelijke lange
dag maakt ze mee, maken wij mee, dankzij de bewonderenswaardige
schrijfkunst van het echtpaar French. Deze 18de december is van 's
ochtends vroeg tot 's avonds laat beschreven in één lang verhaal, zonder
hoofdstukken. Je moet als lezer dus zelf adempauzes inlassen, en die heb
je hard nodig. Heel mooi gekozen is ook de plek waar het verhaal zich
afspeelt: op een klein schiereiland, dat door de vloed gescheiden wordt
van het vaste land. De zee is grijs, de lucht is grijs, er staat een
ijzige wind. Net zo ijzig zijn de eilandbewoners zelf, die Nina als een
vreemdeling beschouwen. Ze kent ze niet, ze woont er pas anderhalf jaar,
is naar het eiland toegekomen omdat haar ex-echtgenoot er een restaurant
wilde beginnen. Dat mislukte, en hij verdween. Nina, die werkt als
lerares
wiskunde, heeft dus niet de tijd gekregen om er vrienden te maken. Dat
alles maakt haar verbeten zoektocht naar haar verdwenen dochter des te
schrijnender. Ze zal het allemaal alleen moeten doen, op een vijandig,
koud, kil roteiland. Het voordeel (slim bedacht!) van deze
overzichtelijke
plek is dat Nina in staat wordt gesteld om tot actie over te gaan. Was
Charlie in Londen verdwenen, dan was er geen beginnen aan geweest.
Gelukkig is deze moeder tot veel, zo niet bijna alles, in staat. Maar
behalve hersens en uithoudingsvermogen blijken er toch een paar dingen
te
zijn waar elke ouder in een dergelijk noodgeval over moet kunnen
beschikken. Zo kan het geen kwaad om te kunnen duiken, een EHBO-diploma
te
hebben, en altijd een scherp Zwitsers zakmes bij je te dragen...
"Ik dacht aan een advies dat ik ooit had gehoord of gelezen voor het
geval
je in het donker op weg naar huis je sleutels had verloren. Je moest dan
alleen onder lantaarnpalen zoeken, niet omdat de kans groter was dat ze
daar lagen, maar omdat je ze daar alleen kon zien liggen. Ik moest
logisch
nadenken. Welke mogelijkheden waren er? Waar stonden de lantaarnpalen?
Of
liever gezegd, waar stonden geen lantaarnpalen? Charlie kon wel dood
zijn.
Mijn keel werd dichtgesnoerd bij die gedachte. Ze zou samen met iemand
het
eiland hebben kunnen verlaten om maar ver weg te zijn, ver weg van mij.
Als ze tegen haar wil was ontvoerd, zou ze in een bestelauto via de dam
naar het vasteland kunnen zijn gebracht. In al die gevallen viel er voor
mij niets te doen. Als ik iets wilde doen, moest ik ervan uitgaan dat ze
nog op het eiland was en dat ze nog leefde. "
Trude
> Als Frenchfan had ik er een hard hoofd in: zou hun nieuwe boek het
> niveau halen van De bewoonde wereld? Of zou het een tegenvaller zijn,
> zoals hun laatste: Vang me als ik val? Goddank, het echtpaar is weer
> helemaal terug van weggeweest!
Mooi verslag, Trude! Als French fan had ik het boek ook direct
donderdag gekocht, en het (ondanks veel andere verplichtingen)
vanochtend uitgelezen. Helaas ben ik wat minder positief dan jij. Ik
vond het hysterische gedrag van Nina, hoewel begrijpelijk, ronduit
irritant. Als lezer zit je toch mooi zo'n 300 pagina's met een
hysterische hoofdpersoon opgezadeld. Het feit dat het echtpaar French
ervoor heeft gekozen om het hele boek zich 12 uur af te laten spelen,
doet
het verhaal ook geen goed. Het lijkt een beetje een klassiek Grieks
drama,
met zijn eeheid van plaats en handeling. Alles wat Nina zegt, denkt,
doet
en niet doet, wordt beschreven. En natuurlijk maakt ze zich enorme
zorgen
over haar dochter, maar nadat het voor de twaalfde keer beschreven is,
weet je dat onderhand wel. Dat je desondanks het boek niet kunt
wegleggen,
is toch wel weer een compliment voor het schrijftalent van de Frenchs.
De
vraag wat er met Charlie is gebeurd houdt je als lezer toch wel erg
geboeid. Bovendien weten ze heel knap steeds weer nieuwe brokjes
informatie in het verhaal te stoppen, waardoor het niet in kringetjes
rond
blijft draaien. Het laatste kwart van het boek is tenslotte zo
verschrikkelijk spannend dat ik iedereen wil aanraden om dat alleen te
lezen als je voldoende tijd hebt, en de telefoon en de deurbel hebt
uitgeschakeld.