Waar gaat het boek in het kort over? Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee
schetst in deze indrukwekkende, op zijn jeugd gebaseerde roman de moeizame
weg naar volwassenheid. De negentien-jarige John verlaat zijn geboorteland
Zuid-Afrika om in Londen het geluk te vinden. Hij verlangt naar een leven
als succesvol dichter met een overvloed aan vrouwen en poëzie, maar ziet
zich genoodzaakt een baan als computerprogrammeur te nemen. Het grootste
en meeslepende leven dat hij zich gedroomd had, is vooralsnog een illusie.
Eens te meer wordt hij geconfronteerd met de vraag wat hij wil met zijn
leven.
Het boek is een aangrijpend portret van een jongeman die Zuid-Afrika
verlaat om zijn droom (dichter te worden) te realiseren. Het gegeven dat
het boek auto-biografische trekken heeft, maakt het toch wel erg
fascinerend en dat is ook de reden dat ik ben blijven lezen. Er wordt
namelijk een ontluisterend portret geschetst van een jongeman die in de
loop van de jaren (tussen zijn 17ste en 24ste) zijn idealen verloren ziet
gaan en daar ook min of meer in berust (het lot speelt een belangrijke
rol).
Het is niet zozeer een verhaal met allerlei hoogtepunten (hoewel de
ontmaagding van een vriendin van zijn nicht wel beklemmend is en weinig
sympathie met de hoofdpersoon opwekt, maar om dit een hoogtepunt te
noemen, meer een (anti)climax...), maar meer een eerlijke beschrijving van
de ontwikkeling van een puber naar een volwassen man. De 17-jarige
hoofdpersoon had zoveel emoties te verwerken in dat stadium van zijn
leven, dat dat vrijwel vanzelf uitmondde in gedichten. Door die gedichten
was hij ook min of meer aantrekkelijk voor de andere sekse, maar hij
verliest de kracht om gedichten te schrijven en volgens John zelf daarmee
ook de aantrekkelijkheid voor vrouwen.
In een poging om het tij te keren,
zegt hij zijn baan bij IBM in Londen als programmeur op en wacht af....
wacht tot het lot hem gunstig gezind is en hij weer poezie kan maken. Dat
gebeurt (natuurlijk) niet en vlak voordat zijn werkvergunning afloopt,
moet hij wel ander werk zoeken: hij kan weer als programmeur aan de slag ,
maar moet noodgedwongen naar het platteland van Engeland verhuizen. Hij
heeft nog steeds het krampachtige beeld in zijn hoofd dat hij kunstenaar
is en om kunst te maken dat hij moet lijden. Uit het lijden komt immers
kunst voort........
Coetzee schrijft juweeltjes van zinnen, maar naar mijn
smaak te weinig. Het verhaal kabbelt voort en sluit ook af met een tekst
waaruit John aangeeft het leven als volstrek zinloos te beschouwen.
Misschien een onbevredigend einde, maar wel geheel in de lijn van het
boek. Het frappante is dat John wordt beschreven als iemand van het gewone
werkvolk en niet als kunstenaar, maar hij probeert dat krampachtig te
zijn, terwijl tegelijkertijd uit alles blijkt dat hij rust vindt bij
regelmatigheid, maar ook dat blijkt weer schijn.
Ik ben toch wel erg
benieuwd welke delen van dit verhaal auto-biografisch zijn... Hoewel ik
het boek vlak van toon en verhaallijn vindt, vind ik het al met al toch
wel een indrukwekkend boek, maar is Coetzee daarmee nobelprijswaardig?
Voor mij namelijk toch net niet. Coetzee heeft dit boek geschreven voor
Elizabeth Costello, waarna ik toch wel nieuwsgierig ben geworden. Ik zou
meer van Coetzee willen lezen, maar ook moeten lezen om een mening te
kunnen geven over de aan hem toegewezen nobelprijs voor de literatuur
(2003).
Marjan
Van
de zeer nobelprijswaardige Coetzee zou ik In Ongenade (Disgrace)
aanraden en IJzertijd (Age of Iron) en niet te vergeten Wereld&Wandel
van Michael K . Het Elizabeth Costelloverhaal beviel me veel minder. Een
vrolijke flierefluiter is hij niet, maar hij komt het leven dicht op de
huid. Boeken die ik niet vergeet.