De titel en de schrijver kwamen me vaag bekend voor: Wie is Lou
Sciortino? van Ottavio Cappellani, dus ik hapte. Gelukkig had de
uitgever achterop uitgelegd waar het boek over ging, want ik was al na
tien bladzijden het spoor bijster.
Het verhaal volgens de achterflap:
Lou Sciortino heeft een probleem. Zijn Siciliaanse opa, de belangrijkste
maffiabaas in Los Angeles en hoofd van de familie, wil dat zijn
kleinzoon als een nette jongen opgroeit. Hij mag uitsluitend familiegeld
witwassen in zijn productiemaatschappij van B-films. Als de concurrent
een bom
plaatst in het kantoor van Starship Movies stuurt opa hem terug naar
Sicilië, want nette jongens voeren geen maffiaoorlog. Ome Sal, de
elegante
maffiabaas van het dorp, verwelkomt Lou terug in de veilige boezem van
de
familie. Als een bevriende politieagent zomaar wordt vermoord, draagt
ome
Sal Lou op de belangrijkste verdachte, een populaire gast op de
familiebarbecues, na te trekken. Ingeklemd tussen de familie, de
maffiaoorlog van opa en de bizarre dorpsperikelen trekt Lou zijn eigen
plan.
Wie is wie? Wanneer zijn we in LA en wanneer in Sicilië? Wat is een Zio
en, wat is minghia? Waarom doen we leuk en schrijven we af en toe
babbeccù? Wat doet Nick in het verhaal? En vooral, waarom kan ik geen
touw
aan dit boek vastknopen? Iedereen zegt A en doet B. A is onbegrijpelijk,
en B vaak gewelddadig. Wat is dit in s hemelsnaam voor een boek?
"Een weergaloze literaire detective waarin Ottavio Cappellani de
grenzen tussen Hollywood-glamour en Siciliaanse kitsch laat vervagen. De
mengeling van spanning en woordgrappen doet denken aan de klassieke
romans
van Carlo Emilio Gadda en Andrea Camilleri. Een bewonderenswaardig
debuut.
Meeslepend vanaf de eerste bladzijde."
Volgens de achterflap.
Wee degene die dit werkelijk verwacht, want nee, zo meeslepend is het nu
ook weer niet. Het past in deze tijd. De maffia is populair en komt
sinds
The Godfather in vele vormen tot ons in films als
Analyze this (and
That!)
of in de tv serie
The Sopranos. Dat en wellicht de films van
Tarentino,
alles laten zien maar niets uitleggen waren belangrijke
inspiratiebronnen voor de auteur. Dus ligt er een boek met flitsende
dialogen en snelle scènewisselingen die altijd over een ander onderwerp
gaan dan over het bloedbad waar ze toe leiden. Amandelkoekjes en de
geschiedenis van markante mafiosi, een babbeccù waar van alles wordt
geroosterd, behalve vlees. En aan het eind is zo goed als iedereen dood.
Het zit vol verwijzingen naar legendarische Italiaans-Amerikaanse of
Italiaanse filmers en/of mafiahelden (De Sica, de filmer en volgens
andere
Cappellani-personages een trendy restaurant in Queens, Don Vitone en Max
Mugnani) en de ruwe bolster, blanke pit cop
Baretta komt ook nog om de
hoek te kijken. Cappellani flirt openlijk met de Sopranos. Het is
opgezet
in korte hoofdstukjes (leest wel lekker in de trein, maar verhoogt het
gevoel van structuurloosheid) die allemaal als titel een stukje van de
eerste zin hebben. Hapklare brokken of net-niet-passende-puzzelstukjes?
We zouden het af kunnen doen met een aardig, lekker trendy geschreven
bijna-scenario voor nog maar eens een maffiasoap. Voor de liefhebber.
Maar... is het nu leuk om alle vrouwen in het verhaal af te schilderen als
hoer, bitch of trut, alleen geschikt voor seks en aanrecht, op zoek naar
een man of van een man? Als dat cool is, mijnheer Cappelani, laat dan
maar. Ik vind het gebrek aan fantasie. Dat is ook eigenlijk wel het
totale
eindoordeel over het boek: fantasieloos. Voor zover het te begrijpen is.