Het verhaal bestrijkt tien dagen, van 21 december tot en met 31
december. Eug is woonachtig in Amsterdam Osdorp en werkzaam in Alhpen aan den
Rijn. Bijna tot op de minuut wordt verteld wat Eug doet. "Het was vijf voor half
acht en de trein kwam. Lange treinen hadden zitplaats en korte niet. Korte
treinen waren altijd vol als ze aankwamen. Als de trein aan kwam rijden,
probeerde ik te zien hoe lang ie was en waar ik mijn positie moest in moest nenem. Vandaag was het een lange. Ik ging aan de voorzijde van het
perron staan tussen de stewardessen en de mannen die hun koffertjes in dijbenen prikten en ik stapte in. Ik ging naar boven. Ik zag vaak mensen
twijfelen op het balkon, met hun koffiebekers in hun ene hand en hun koffertjes in hun andere, maar ik ging naar boven. Boven zat de man met
het Java-boek. Er zat nooit iemand bij hem als ik binnenkwam. Ik ging tegenover hem zitten. Hij keek even op, zag dat ik het was en las
verder..."
"In Leiden stapte ik over op de trein naar Alphen aan de Rijn. In dat treintje zaten nog dertig mensen die werkten waar ik
werkte. Vanaf het station liepen we in colonne naar kantoor..."
Op het kantoor maakt hij cd-roms van boeken. Hij heeft daarvoor een productiestraat
opgezet. Voordat die straat er was duurde het twee dagen voordat de cd-rom
klaar was, nu nog twee uur. "Mijn baas op Sloterdijk was trots op me, en
de bazen in Alphen aan de Rijn ook". Het merendeel van de tijd op zijn werk bestaat uit het naar buiten staren en auto's tellen die op de
parkeerplaats staan. Contact met collega's heeft hij nauwelijks. In de pauze kijkt hij altijd uit naar de bureauredactrice, de enige vrouw op
kantoor die hij het moeite van het kijken waard vindt. Eenmaal in de maand
komt zijn baas langs die een bepaalde uitstraling heeft waardoor mensen graag bij hem zijn. Zijn baas bedoelt het goed met hem, beschouwt Eug als
een waardevolle wizzkid. Af en toe krijgt Eug een finacieel extraatje van
hem of neemt hij Eug mee voor een praatje of etentje waarbij hem beloftes
gedaan worden die zelden worden nagekomen.
Buiten kantoortijd brengt Eug veel van zijn tijd t.v. kijkend door, vaak is dat een video van Jaws, hij kent hele stukken uit zijn
hoofd. Of hij speelt een computerspelletje samen met buurmeisje Jennifer (14). Af en
toe komt zijn vriend Danny langs die het liefst feestjes wil bijwonen en
vrouwen versieren. Maar meestal kijken ze een video. De kerstdagen doet Eug niets en op
oudejaarsavond zou het kunnen zijn dat hij die doorbrengt met een meisje dat hij een week daarvoor ontmoet
heeft.
Saai lijkt het en toch... het doet vaag denken aan De avonden van Reve of
Het bureau van Voskuil. Ook daar gebeurt ogenschijnlijk niets. Het heeft
niet die enorme verveling die Eggerts beleeft, het heeft niet de (summiere) uitwisseling met collega's wat Het bureau heeft, het hangt er
tussenin. Eug is eigenlijk een onbestemd figuur, nooit een vriendin
gehad, beleeft nauwelijks iets, heeft dagdromen maar die reiken ook niet erg
hoog. Laat zijn leven over zich komen, is in zijn hart verliefd op zijn
buurmeisje, dankzij Danny gaat hij af en toe nog ergens naar toe. Eug beslist zelf nauwelijks, onderneemt weinig, grijpt niet in, is onhandig
met vrouwen. Maar toch stelt hij daden, hoe klein die ook lijken.
Aanvankelijk dacht ik dit boek haal ik niet tot het eind maar nu ik
het uit heb besef ik dat er allemaal kleine, subtiele speldenprikjes zijn die maken dat je het verhaal gaat waarderen. Het moet even
bezinken en dan blijkt dat er meer in zit dan je aanvankelijk denkt.
ISBN 9023416171
Ingenaaid, 140 pagina's
Verschenen: september 2004
De Bezige Bij
Eén ding moet ik de schrijver nageven: Hij is consistent.
Het is een vervelend saai boek over een vervelende saaie jongeman, met een
vervelend (niet saai) einde.. Eug is de hoofdpersoon, een verlegen stuk onbenul, dat vindt hij zelf
ook, want hij is het altijd geweest. Op school altijd de underdog, altijd het
mikpunt, is hij dat op zijn werk ook: hij wordt overgeplaatst naar een ander kantoor, blijkbaar tegen zijn zin, maar hij doet zijn mond niet
open. Iedere dag gaat hij nu met de trein, ziet steeds dezelfde mensen, vaak ook van kantoor, maar hij durft ze niet eens aan te
kijken. Zijn werk is onbevredigend, want hij heeft te snel klaar wat hij moet doen, en
verder kijkt hij maar wat uit het raam. Contact maken met zijn collega's
doet hij niet. Contact maken met vrouwen is al helemaal uit den boze, hij
fantaseert over ze, maar bekijkt ze alleen maar stiekum. Alleen zijn veertienjarige buurmeisje durft hij aan, maar ze heeft hem volkomen in
haar macht. Vreselijk, je zou hem zo een schop onder zijn kont willen
geven! Als hij dan eindelijk iets onderneemt, moet hij noodgedwongen zijn
zogenaamde vriend, ook een sukkel, op sleeptouw nemen, want hij durft niet
tegen hem te zeggen dat hij op moet rotten. Goed, dat is het verhaal. Gelukkig een dun boek, anders had ik het niet uitgelezen. Ik vind ook de
stijl vervelend; erger me konstant aan zinnen als deze: "dat klopte. Dat
zei ik ook. "dat klopt" zei ik." Of zoiets:
"Met vier tasjes ging ik naar buiten. In het donker liep ik naar de Pieter
Calandlaan. Ik liep voorbij de Esso. Er stond een man achter de kassa van
de Esso en hij keek naar buiten. Hij zag me.. Ik liep naar de parkeerplaats achter de Esso. Er stond een papierbak. Ik zette de tasjes
op de grond en gooide de tijdschriften één voor één in de papierbak.
"enz enz.. Dit irriteert me mateloos. Misschien werkt dat bij andere
lezers, die herhalingen, het minitieus gepluis. Bij mij niet. Geen winnaar voor
mij dus.
Mijn hemel,
wat een vreemd en vervelend boek. Wie bedenkt zoiets? En dan de naam Eug,
dat staat voor mij nu synoniem met vervelend. Wat wil de auteur met zo'n
boek bewijzen? Of helemaal niets? Maar ik heb altijd de (valse?) hoop
dat de auteur ons iets wil meegeven; voor louter verstrooiing en
ontspanning lijkt dit boek niet geschreven.
Geen
idee wat hij er mee wil, misschien een beeld geven van de hedendaagse
maatschappij? Dan wel een erg pessimistische.
Ja, ik
vond het wel een goed boek, het vertelt het alledaagse, de sleur van het
werk, de reistijd enz.
Maar Eug stelt wel daden. Ook al zijn ze klein. Zoals het weggooien van
de tijdschriften. Het is geen groots meeslepend verhaal maar het vertelt
het dagelijks leven, ook dat op kantoor, waar steeds maar beloftes
gedaan worden (zoals vaak gebeurt) en niet nagekomen worden. Het is niet
alleen Eug, die zo is, dat hele kantoor is zo. Ik kreeg niet de indruk
dat Eug zwaar ongelukkig was. Meer de indruk "laat mij maar met
rust, ik vind het wel best zo."
Ik
ben heel benieuwd naar het juryrapport over dit boek, als dat er komt
tenminste. De hoofdpersoon staat helemaal niet stil bij wat hij van zijn
leven maken moet, hij laat zich maar gaan. Dan
heb ik de neiging -heel sterk!- om hem een schop onder zijn kont te geven,
doe toch eens wat!! Eug is geen hangjongere, dat nog net niet, want dan
heb je in zo'n boek helemaal niets te vertellen, maar hij zou het kunnen
zijn. Doelloos laat hij zich leven,
bah.
Kijk, hij roept dat wel bij je op! Doe toch eens
wat! Ik vind juist het knappe van dit boek, dat hij die verveling en saaiheid kan
weergeven. En... er zijn toch heel veel mensen die zo leven: naar het
werk, werken, naar huis en voor t.v. zitten of spelletje op de computer doen en
naar bed. Dag in, dag uit, jaar in jaar uit. In de weekenden naar de caravan of een avondje met vrienden.. Zij hebben ook geen ambities en
vinden dat eigenlijk wel prima zo.
Dat laat hij eigenlijk zien in dit boek. Het gewone leven zoals heel veel mensen leven. Misschien bedoelt als eye-opener?
Ja,
okee,
maar waarom daar een boek over schrijven? Dat weten we we toch wel en wat mij
betreft: ieder zijn (m)eug. Als mensen op die manier gelukkig zijn, heb ik
daar geen moeite mee. De vraag is echter inderdaad of ze echt wel gelukkig
zijn en het leven "leven". Bedoelt hij het dan cynisch of is het
bedoeld om mensen wakker te schudden: maar de doelgroep die wordt beschreven,
zal dit boek niet lezen. Ik weet het niet met dit boek....
Klopt, hij
roept wel wat op, maar het zijn vooral negatieve dingen! Dan laat zo'n boek
geen prettige gevoelens achter. Ik zal nooit meer een boek van hem lezen, op
basis van deze eersteling. Dat zal toch niet zijn bedoeling zijn?
Soortgelijke dingen werden indertijd ook gezegd over Reves De
Avonden. Frits van Egters is ook niet bepaald een positivo, maar De Avonden is
intussen wel een van de klassiekers in de Nederlandse literatuur, om de briljante stijl, de zwarte humor, de tederheid die er toch ook
inzit. Couperus' Eline Vere zou je af en toe ook graag een schop onder haar elegante achterste geven, maar ook zij heeft haar plaats in de eregalerij
wel verdiend.
Ik heb De hondenkoning niet gelezen, maar gaat het bij een boek niet meer om de stijl, de manier waarop het is geschreven dan om het feit of het een
al dan niet positieve boodschap bevat?
Dat is
helemaal waar, Edith, maar de stijl was niet van dien aard dat ik over de
"boodschap" (zit er die wel in???) heen wil stappen. Met andere
woorden: ik blijf erbij dat ik geen behoefte heb aan meer van deze schrijver.
Ik zit nu heel hard te denken of ik ooit na een kennismaking die tegenviel
toch aan een tweede boek begonnen ben. Eigenlijk was dat bij Grunberg het
geval. Dus wie weet is er toch nog hoop voor van den Berg? Hij maakt in ieder
geval meer reacties los dan die andere debutant, Jan
Wijnen.
Ik weet er
nog een Marjo, Karel ten Haaf ! :-)
Je hebt
gelijk, Dettie, maar daar ben ik nu ook echt van genezen!
Ik vond een paar reacties op dit boek en grappig zowel marjo's reactie
(schop onder z'n kont) als mijn reactie (lijkt op De avonden) staat erbij.
» Stentor/Veluws Dagblad, 14/10/2004:
Zijn stijl is ingehouden en sober, nooit lawaaierig, zijn verhaal is
teder en waarachtig en zijn personages - die de auteur met zeer
geringe middelen heel knap weet op te roepen - geloofwaardig en
aandoenlijk.
» Folia, 15/10/2004 (pdf):
Soms wil je Eug wel toeschreeuwen: 'Doe dan eens wat, maak wat van je
leven!' Maar hij blijft een schim op de drempel van het bestaan, die de stap erover niet durft te nemen. Dat je Eug soms een harde duw in de goede
richting wil geven, is een pleidooi voor het schrijftalent van Walter van
den Berg.
» Dagblad Trouw, 2/10/2004:
(...) Niet alleen de structuur van 'De hondenkoning' doet aan 'De
avonden' denken. De romans gaan ook allebei over eenzaamheid en
verveling. De lezers die ieder jaar beëindigen door vanaf 22 december elke
dag een hoofdstuk te lezen uit 'De avonden' -en geloof me, daar zijn er veel van- zouden voor de verandering eens 'De hondenkoning' moeten
proberen. Het ademt dezelfde, beklemmende oudejaarssfeer, en is tegelijkertijd bijzonder
geestig.
Zo,
uit. Even overwoog ik een mailtje te plegen in de stijl van dit
boek. Iets als "Ik heb ..... gelezen. Ik vond het een vervelend boek. Het gaat
over etc..", maar bij nader inzien vind 'k dat veel te veel gedoe.
De plot van 't verhaal is inmiddels ruimschoots beschreven. Geen woord meer daarover. En natuurlijk heeft de auteur De Avonden gelezen. En
Alberts? Misschien ook Mark Haddon - kan dat in de tijd? Want enige trekjes 'uit het autistisch spectrum' kun je deze Eug lijkt me niet
ontzeggen.
Grappig overigens - pas toen ik de titel intikte, dacht ik -hoezo De
Hondenkoning? Moest even denken - ach ja - Eug is goed met honden, is waar
ook. Even een vraag: is dat nou subtiel of had dat thema toch een beetje
meer moeten uitgewerkt?
Nee, een saai boek. Niks de broodnodig relativerende humor. Een saaie knakker vertelt in de ik-vorm een saai verhaal in een bloedsaaie
stijl. Consistent is 't wel. Maar 't effect? Ja, een saai boek
natuurlijk.
Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over ;-) Tja, Reve, Alberts en
Haddon lézen is natuurlijk niet genoeg om een R, A of
H te wórden...
Leest
als een trein die Hondenkoning. Waar dat aan ligt weet ik nog niet. In ieder
geval nog geen denkbeeldige ezelsoren gemaakt. dit weekend verslag van mij.
Helaas
helaas maar voor mij is dit boek ook geen debutantenwinnaar. Eug de
hoofdpersoon beleeft inderdaad niet veel, maar dat zegt nog niks over de
kwaliteit van het verhaal. Het is vooral door de manier waarop het geschreven
is dat me niet over de streep trok. Van den Berg heeft iets met herhaling. Na
de zin ""Ik liep naar het station" volgt er geheid nog eentje
met dezelde mededeling. Is dat om de leegte van Eugs leven te benadrukken?
Denkt de schrijver ons daarmee stilistisch in zijn greep te kunnen houden?
Toegegeven, ik wilde wel weten hoe het af zou lopen. Maar het liep niet af.
|
Walter
van den Berg
Walter van den Berg (1970) is geboren in Amstelveen, heeft in Nijmegen gewoond, en is op zijn negende in Amsterdam-West terecht gekomen.
Hij heeft onder andere gewerkt als vakkenvuller, schoonmaker, fietskoerier, graveur, ICT-er, conciërge, en hij heeft tot voor kort op de postkamer van een groot bedrijf gewerkt. Tegenwoordig werkt hij weer in de ICT.
Het
weblog van de schrijver
Boekgrrls
en De Debutanten 2005
|