Deze roman van de nog jonge (1970)
amerikaans-joodse auteur Englander - compaan van Foer, heb ik begrepen
- werd gekozen tot januari-maandboek.
Ondergetekende las het boek al eerder en was
zeer onder de indruk. Vooral de ongemakkelijke combinatie van
hartverscheurend drama en soms sardonische humor hakten erin.
Waar gaat het boek over? Ik introduceerde de
inhoud destijds als volgt:
'Argentinie, Buenos Aires,1976. De junta is in
actie. Het joodse gezin Poznan, al lang van het geloof gevallen, ergens
in een etagewoning. Vader Kaddish, moeder Lilian, zoon Pato. Kaddish is
de zoon van een hoer (hijos de puta), verstoten uit de joodse
gemeenschap. Lilian is afkomstig uit de betere joodse kringen, werkt bij
een verzekeringskantoor. Zoon Pato is 19 jaar, zo'n 'lefty' student die
stickies rookt met z'n vriendjes, Pink Floyd draait, link(s)e boeken op
z'n plankje heeft. En permanent in de clinch ligt met z'n vader. "Fuck
you!" En natuurlijk, het noodlot zal toeslaan.'
Omdat 't boek maar in m'n hoofd bleef rondzingen
en niets aan actualiteit lijkt te verliezen, suggereerde ik deze titel
ter lezing. En zowaar.
Nee, het boek sloeg niet in als een bom. Uit het
beperkt aantal mailtjes dat erover werd geschreven, bleek reserve.
Een grrl schreef:
'Ik vind het erg makkelijk leesbaar, maar het is niet echt Groots en
Meeslepend. Ik geniet er best van, maar in een low-key soort manier. Er
is geen spanningsboog - ik verwacht niet dat Pato ooit terugkomt, zo
ging dat meestal met The Disappeared. Ze kwamen niet terug.'
En later:
' Ik heb het met plezier gelezen, maar ik geloof niet dat het een boek
is dat echt zal blijven hangen bij mij. Ik weet niet waarom, maar het 'klikt'
niet precies tussen mij en dit boek.'
'Ik weet niet wat ik met dit boek aan moet',
klonk het een paar keer. Het lijkt te maken te hebben met de combinatie
tragedie - humor.
'Eigenlijk
weet ik niet wat ik van het boek vond. Ik denk dat je, als je bepaalde
thema's uitdiept, op een ongelooflijk knap geconstrueerd boek uitkomt,
terwijl je daar al lezende niks van merkt. De humor die M erin zag, zag
ik ook wel, maar ik kon me er niet aan overgeven door de ernst van het
onderwerp en de zekerheid van de afloop'.
'Ook
ik heb dit maandboek inmiddels uit, maar het lezen ging niet zonder
horten of stoten. Toen een van de grrls het vergeleek met Alles is
verlicht, dacht ik dat de crux misschien gewoon is dat ik niet zo van
Joodse humor houd. Maar eigenlijk kan ik er niet zo goed de vinger
opleggen waarom het me moeite kostte om door dit boek heen te komen. (
) De humor sprak me niet zo aan: ik vond het een beetje over the top om
voor zo'n ernstig onderwerp ook nog eens een enorm schlemielige
hoofdpersoon te gebruiken'.
'Al
een paar weken heb ik het boek uit en net als E klikte het op de één of
andere manier niet met dit boek Heeft wat mij betreft te maken met de
soort humor die bij mij net niet aanslaat. Ik las ergens dat Englander
wel vergeleken wordt met Jonathan Safran Foer en daar kan ik me wel iets
bij voorstellen'.
Er was ook waardering.
'Gisteravond dit boek uitgelezen. Heb er lang over gedaan want ik vond
het een mooi maar gruwelijk boek. Zo intens als Englander beschrijft
wat er met gewone mensen gebeurt in ongewone situaties.'
En - ondanks haar reserves -
'Want
ik vond het een prachtboek en ik weet zeker dat het me lang zal
bijblijven en dat ik er nog vaak aan zal terugdenken, al zal ik dan
misschien niet eens meer weten dat ik aan juist dát boek terugdenk. Maar
ik had niet het leesplezier dat jij (M) ervoer. Daarvoor was ook voor
mij het onderwerp te allesoverheersend'.
Mart