arin Spaink: Stokken en Stenen
Dit keer is het de schrijfster zelf, ook boekgrrl, die de samenvatting heeft gemaakt en
wel naar aanleiding van een wedstrijd die spontaan ontstond op de lijst. De vraag was:
"Wat is het favoriete verhaal van Karin in de bundel; Stokken en Stenen". We
laten Karin dus zelf aan het woord.
Dag dames
(De 14e is aangebroken en hiermee
verklaar ik de wedstrijd voor beëindigd.)
Met heel veel plezier heb ik jullie reacties op 'Stokken en stenen' gelezen; en nu is het
tijd voor de mijne. Laat ik ze in volgorde waarin de verhalen staan, doornemen. Dan geef
ik eerst jullie commentaar en vertel ik daarna wat de achtergrond van elk van die verhalen
was. Op 't laatst staat de uitslag van de prijsvraag (opmerkelijk trouwens hoe gevarieerd
er gestemd is!) Al antwoordend merkte ik dat ik het heel leuk vond om op al die
opmerkingen te reageren. Dank daarvoor. 't Werd nogal een lang mailtje, maar ik hoop dat
jullie dat niet erg vinden.
AUTOBIBLIOGRAFIE
>>>
"dat vond ik zo leuk. Dat komt omdat ik zelf graag een boekenkast vol boeken heb. Zij
beschrijft die boeken alsof het mensen zijn, ze wandelen door de kast, maken ruzie met
elkaar en duwen elkaar de kast uit. Dat soort dingen vind ik er mooi aan."
<<<
>>>
"De non-fictie de fictie de strijd van de schrijvers/schrijfsters. Omdat boeken de
basis zijn voor een schrijver en het zoveel over jezelf zegt. En ik vond het ook nog
prettig geschreven. Maar het schrijven/taal vond ik terug ik heel veel verhalen. Daarom
vond ik het naast mooi soms ook herkenbaar."
<<<
>>>
"Het eerste verhaal ("Autobibliografie"), en de eerste helft van het tweede
("Stokken en stenen") spraken me heel erg aan. In "Autobibliografie"
wordt een boekenkast ontleed - wat heb ik, hoe kom ik eraan, wat heb ik er al dan niet van
gelezen... Zo sta ik zelf ook wel eens voor mijn boekenkast. Ik vroeg me alleen af, als op
p.21 staat (bij het plankje 'binnenkort te lezen'): "een boek over stokken en stenen,
dat ik eigenlijk alleen maar kocht omdat die ogen op het omslag me dwongen (ik was bang
dat het boek me anders ruggelings zou neersteken met zijn blik)." - is dat nou
wishful thinking? Dat iemand zo reageert op dit boek? Of gaat het toch niet over deze
bundel? :-) "
<<<
Ik was eerlijk gezegd verrast dat zoveel
van jullie het leuk vonden, want eigenlijk is dit natuurlijk geen verhaal maar een essay,
en het was een plagerijtje om daar een verhalenbundel mee te openen. Waarom ik dat deed?
Nu, niet omdat ik zo van plagen houd... daar ben ik eigenlijk helemaal niet goed in. Het
was omdat ik het een goede manier vond om duidelijk te maken hoezeer ik door boeken ben
gevormd (vandaar ook dat niet-bestaande woord: 'autobibliografie'), hoe sterk ze in mijn
hoofd leven, en hoe bijzonder belangrijk taal en lezen voor me is. Daarnaast had ik heel
sterk het idee dat dit essay een soort toegangspoort was: dat je _eerst_ hier doorheen
moest voordat je toegerust was om mijn wereld kon betreden. Ook zitten er, en dat
benadrukt het openingsgevoel dat ik wilde bereiken, sporen uit alle andere verhalen in
'Autobibliografie': kleine verwijzingen (de gebarsten spiegel die terugkomt in 'De hoek
van inval', de klok die op tien voor tien staat uit 'Lichamen' en zo verder. Vandaar ook
die ene verwijzing naar het boek zelf, waar Marion het over heeft. (Tegenwoordig heet
zoiets 'een postmodern grapje'.) Verder zitten er natuurlijk leugens in en onweerlegbare
waarheden, zoals ook in de andere verhalen.
STOKKEN EN STENEN
>>>
"ik vind het een prachtig verhaal tot..... tot op de helft van blz 42. Zo verscheurd,
haatdragend en akelig vind ik de rest van het verhaal dat ik hoop dat dat _niet_ het
verhaal is waar Karin stilletjes verliefd op is/ /was......
Waarom hoop je dat, Lies?
Ik kan wat ik lees niet los van de persoon die het schreef zien. Voor mij _is_ Karin wat
zij schrijft zoals alle andere boeken die ik lees maken dat ik het idee heb de
schrijfsters te leren kennen....... Ik wil van die mensen houden, ik hou van ze als ik hou
van wat ik van ze lees. Snappie? Het begin, het grootste gedeelte van dat verhaal hield ik
veel van. Het leek de sfeer van Marguerite Duras zo'n beetje, ik hou daar ook heel erg
van, prachtig..... Ik hield van dat meisje dat zij beschreef, ik dacht haar te begrijpen,
haar gedachtengang in te voelen, haar pijn ook en haar 'groeien'. Maar daar op blz 42 laat
Karin een kant van zichzelf zien... Gatverdamme, daar draaide m'n gevoel, m'n mooie gevoel
van 'mooi, mooi, mooi' zich 180 graden naar 'ach, arme' en ik wilde niet meer verder
lezen....... De rest van het verhaal maakte dat ik het niet mooi meer vond."
<<<
>>>
"De liefde voor het boek, het lezen en de taal druipt eraf. Het verhaal brengt mij zo
terug naar mijn 'meisjesjaren' dat alleen al daarom ik kies voor dit verhaal. Als ik het
zo lees dan denk ik (Karin gaat wellicht nu hard lachen) de liefde voor het
lezen/boek/woord groter is dan die voor het lichaam. In dit verhaal komt die liefde het
meest naar voren. Het gevoel dat je leven en je dag niet compleet is zonder dat je hebt
gelezen herken ik heel erg. Ik moest altijd naar buiten gejaagd worden, als het aan mij
lag las ik alleen maar, alles werd gelezen, van opschriften op het pak hagelslag tot en
met de schoolboeken. Ik leerde makkelijk, zat ook op een Daltonschool, was ook altijd als
een van de eerste klaar met de weektaak, wat nogal scheve ogen opleverde, en had dan nog
zeker anderhalve dag over om zelf te besteden, ik ging dan lekker ... lezen. Ook het
laatste deel van het verhaal is voor mij herkenning. Op een dag kies je voor jezelf, je
eigen gevoel. Je kent jezelf, je kent je kracht en gaat daarmee de confrontatie aan naar
anderen. De anderen die dan helaas niet de discussie of confrontatie aandurven. Ik vond
het beeld van die snijdende, levende woorden heel mooi. Alleen jammer van al dat bloed, en
zielig voor de achtergebleven kinderen die hun moeder zo moeten vinden. maar ja dat even
terzijde."
<<<
>>>
"Het enige wat mij tot nu toe niet aansprak, was het feit dat Elisabeth (dat gemene
kind op de lagere school) dood ging door de woorden die de hoofdpersoon uitspreekt. De
woorden zijn daadwerkelijk wapens geworden. Wat ze uitspreekt, gebeurt ook. Het feit dat
ze eens lekker wraak ging nemen op E. sprak me wel aan, alleen had ze er eerder mee op
moeten houden (in mijn ogen dan he)."
<<<
>>>
"Over het tweede verhaal, "Stokken en stenen" is al veel geschreven, o.a.
door Lies waar ik het helemaal mee eens ben. Ik vond het zo'n mooi verhaal, zo herkenbaar,
over een meisje dat zich een buitenstaander voelt omdat ze liever leest dan met mensen
omgaat... Maar dan, vanaf p.42, krijgt het verhaal een gewelddadige wending en wordt een
voormalige pester vermoord met woorden. Het mooie was ook voor mij er af."
<<<
>>>
"In het verleden ben ik ook mensen tegen gekomen die mij in mijn jeugd nogal dwars
hebben gezeten en zeker geen bijdrage hebben geleverd aan de opbouw van mijn gevoel van
zelfvertrouwen. Deze mensen doen dan nu net of je de grootste maatjes met hen was en dan
komt het gevoel van het geven van 'een koekje van eigen deeg' toch wel eens naar voren. (
heeeeeel soms vind ik het jammer dat blikken niet kunnen doden) Woorden kunnen wel
martelen en ik vind het knap hoe Karin daar een uiterlijke verschijningsvorm aan heeft
weten te geven. Het verhaal maakt het kleine duiveltje in mij wakken! Kan me voorstellen
dat het schrijven van zo'n verhaal een soort voldoening kan geven. Een soort van afrekenen
met iemand uit het verleden."
<<<
Pff, dit verhaal riep heel sterke
gevoelens op: het heeft de meeste reacties losgemaakt. Lies verwoordde haar gemengde
gevoelens heel erg mooi, op haar allereigenste Lies-wijze: door hardop in debat te gaan
met zichzelf. 'Stokken en stenen' is het tweede verhaal dat ik ooit heb geschreven ('Miss
Onweer' was het eerste, en daar heb ik jaren later veel aan moeten schaven.) S&S
schreef ik in drie dagen, pal nadat ik woorden had gehad met mijn lief. Ik kan daar _niet_
tegen, ruzie hebben met iemand om wie ik geef. Ik raak totaal in de war, het spoor
bijster, en terugschelden zal ik nooit doen; eerder slik ik de woorden in. En ineens dacht
ik, terwijl ik tamelijk overstuur thuis zat: waarom _is_ dat eigenlijk zo, dat ik harde
woorden zo immens slecht kan velen? Waarom zal ik zo zelden iemand om wie ik geef,
uitschelden? Omdat het _absoluut_ waar is wat je moet zeggen, je moet je woorden hard
kunnen maken, anders is het onvergeeflijk gemeen of een liederlijke leugen - of erger nog:
omdat je het gezegd hebt ga je het zelf misschien geloven, je gaat de woorden waarmaken.
"Wat een gewicht hecht ik toch aan woorden," dacht ik daarna, en meteen daarop:
"ja dat was altijd al zo...." Zodat ik mijn kinderjaren ging inventariseren.
Zo'n meisje dat niets snapt van sociaal verkeer was ik, zo'n meisje dat niet begreep dat
jongens en meisjes niet zomaar samen konden spelen na hun tiende; zo'n meisje dat schuil
zocht in boeken en dat zich doodschrok als iemand haar uitschold. _Alle_ passages uit de
kinderjaren en het interim komen uit mijn eigen leven. Maar toch was er inmiddels iets
veranderd ten opzichte van mijn kinderjaren, besefte ik al schrijvend. Ik was de taal
meester geworden, kon hem nu - door verhalen te schrijven - naar mijn hand zetten en er
_zelf_ een wereld mee maken. Zodat ik besloot dat dit verhaal - het was een aanvankelijk
opdracht voor een boek, en het thema ervan was 'wraak' - te laten gaan over iemand die
niet alleen wraak nam _op_ de taal (door hem de baas te worden), maar ook _met_ de taal.
Vandaar dat bloederige (en natuurlijk geheel verzonnen) einde, dat bovendien recht doet
aan mijn gevoel dat woorden letterlijk in je vlees kunnen snijden. En Lies, als het je
oplucht: ik heb die laatste pagina's bibberend en bevend geschreven, met kletsnatte handen
en zwaar transpirerende oksels. ik vond het doodeng. Zelfs _schrijven_ over geweld, over
iemand anders iets aandoen, kostte me immens veel moeite. Oh ja, nog even over die
Elizabeth. Die bestond dus echt. Het populairste meisje van de klas, dat tegelijkertijd
een schrikbewind voerde jegens iedereen die er volgens haar niet bij hoorde. Die was
inderdaad, jaren later - ik schreef al en was al 's op tv geweest in verband daarmee -
poeslief tegen me toen ik haar zo ergens rond mijn 28e op een reünie tegenkwam. Dat we de
beste vriendinnen waren geweest, meldde ze me. Mijn maag keerde om. En ook was ik die
middag trots op mezelf: zolang hadden zoveel mensen op me - en op mijn cijfers -
neergekeken, en _toch_ was ik wat geworden. Plots ook wilden ze allemaal met me praten.
MISS ONWEER
>>>
"Miss Onweer" vond ik ook heel mooi, het is zo gevoelig geschreven verhaal over
een grote liefde die niet kan en toch gebeurt, voor even. De sexuele spanning is voelbaar
en mooi onder woorden gebracht. Puur is inderdaad een woord dat hierbij past."
<<<
>>>
Het verhaal "onweer" vond ik het spannends. De hele opbouw, maar ook het onder
woorden brengen van een dergelijke "sexuele spanning" tussen vrouwen. Ik kon het
me gewoon voorstellen, iets wat me toch zelden gebeurd. Maar ik las van de week dat toch
zeker 10% van de zogenaamde hetero vrouwen wel eens over een lesbische relatie denkt of
doet."
<<<
>>>
"Ik kreeg het gevoel dat dit het meest autobiografische verhaal was. Dat het zo
helemaal doorleefd was. Misschien niet tot in de details waar, maar in ieder geval vol
beschrijvingen van gevoelens die me heel puur voorkwamen. Ik kan me voorstellen dat je
zo'n verhaal (zo'n mooi verteld verhaal ook) blijft koesteren als iets heel persoonlijks
en dat je er toch ook trots op bent dat je het op zo'n mooie manier aan de wereld hebt
kunnen tonen."
<<<
'Miss Onweer' was, zoals ik zojuist al
zei, het eerste verhaal dat ik ooit schreef (nu ja, op opstellen vroeger op school enzo
na). Indertijd heb ik het in een week of tien dagen geschreven. Ik heb het, toen ik dit
boek aan het schrijven was, dramatisch moeten inkorten - omdat het allemaal nogal vet
geschreven was, met veel pandoer en heel grote woorden. Na bewerking werd het aanzienlijk
ingehoudener, en mooier...
Miss Onweer bestaat. Het verhaal tussen haar en mij is in grote lijnen zo gelopen. We zien
elkaar nog wel 's, altijd toevallig. Soms is die spanning er vanzelf weer, vooral wanneer
we aan het dansen slaan; en nog altijd denk ik met grote zachtheid aan haar.
DE HOEK VAN INVAL
>>>
"Het verhaal van May en Elise vond ik heel erg mooi beschreven. Het gaat om iemand
met meerdere persoonlijkheden. Dat heet anders, 1 of ander syndroom, maar hoe dat precies
heet, weet ik niet. Het mooie is dat het voor mij begrijpelijker maakt hoe dat van binnen
werkt bij zo iemand. Zij beschrijft het alsof het twee verschillende mensen zijn, maar May
is gewoon een ander facet van dezelfde persoon. Doordat Elise zo ongelukkig is met
zichzelf, creëert ze een andere persoonlijkheid die veel meer durft en "kan"
dan Elise zelf. In het begin communiceren ze met elkaar, maar later zijn de
persoonlijkheden zo ver uit elkaar komen te liggen, dat ze elkaar niet meer
"zien". Ik denk dat die spiegel symbolisch is voor het "zien" van de
andere persoonlijkheid."
<<<
>>>
"Ik had erg veel moeite met het verhaal van May en Elise in het begin. Tot ik vorige
week op AT5 (lokale/regionale tv-zender) een reportage zag over een vakantie van vrouwen
bij het Leger des Heils. Daar was ook een vrouw, naam vergeten, die duidelijk een
psychiatrische patiënt was (mag ik dat zo opschrijven). Haar gezicht zie ik zo voor me.
Een jas met een bontcapuchon en lippen ingevuld met rood en omlijnd met zwart. De
verslaggeefster vroeg haar over de stemmen die ze hoorde. Ze antwoordde: ' ze zijn er,
maar vooral als ik in de spiegel kijk spreken ze luider'. Ineens viel alles met een harde
plof op de plek."
<<<
Opmerkelijk dat jullie het zo sterk als
MPS zien... De term bestond nog nauwelijks, toen ik dit verhaal schreef. Dit is het gekste
verhaal van de bundel. Ik begon eraan omdat ik twee scènes in mijn hoofd had waarvan ik
_wist_ dat ze bij elkaar hoorden; het verhaal moest zorgen dat dat ook daadwerkelijk ging
gebeuren, dat ik mijn wetenschap dat ze verwant waren, zou waarmaken. Die twee scènes
waren a) de vervreemding die Elise als kind, of jong meisje, voelt wanneer iemand haar
benen beschreef als 'mooi' was ooit de mijne, en toen die opmerking indertijd gemaakt werd
voelde het alsof mijn benen ineens onteigend waren, niet meer van mij. En er was b) een
moment, jaren later, dat ik een trap opliep in een klerenzaak en tegenover me iemand zag
naderen, iemand waarvan ik dacht: "jee die is dun, ik wou dat ik zo was." Een
seconde daarna zag ik dat het een spiegel was en dat ik mezelf in een onbewaakt moment,
niet wetend dat ik naar mij keek, had geobserveerd; en nog weer een seconde daarna kon ik
mezelf alleen nog maar zien zoals ik mezelf aldoor zag in die periode: als iemand die te
dik was. (Ik heb een tijdlang een stevig geval van anorexia gehad.) Het verhaal moest over
kijken en bekeken worden gaan, over hoe anderen je zien en hoe je jezelf ziet, wist ik al
heel snel. Over je binnenwereld en je gezicht naar buiten toe. Ik besloot dat beide
werelden zich halverwege het verhaal zouden verzelfstandigen: Elise hield de binnenwereld,
May deed de buitenwereld. En ik wist ook meteen hoe ik een drama kon hebben dat die
splitsing zou rechtvaardigen: een oude droom van me, de meest levendige nachtmerrie die ik
ooit heb gehad, was daar perfect voor. Elise voor de spiegel. (Die droom was _zo_
overtuigend dat ik na het wakker worden een uur lang stil in mijn bed heb gelegen en niet
durfde voelen of mijn gezicht nog heel was. Nadat ik voorzichtig mijn wang had gevoeld,
ben ik naar de badkamer geslopen om mezelf ervan te overtuigen dat ik heus echt werkelijk
waar nog heel was. Het allerergste was dat ik het in die droom zo _makkelijk_ en normaal
had gevonden om de helft van mijn gezicht weg te knippen; ook in die droom waren het pas
de blikken van anderen, later, die me duidelijk maakten dat dit gek was, en eng.) Die
droom beschrijven was heel raar. Ik wilde de intensiteit van die droomgedachte- dit is
goed om te doen - erin leggen, en tegelijkertijd duidelijk maken hoe gruwelijk dit was.
Heel veel woorden hebben daarom harde klanken: veel sch-, en k-. Alsof de woorden zelf
scherp en blikkerend zijn geworden. Tegelijkertijd heeft-ie, sinds ik hem eindelijk heb
opgeschreven, minder grip op me. Alsof ik mezelf er eindelijk van verloste. Gaandeweg
sloop er steeds maar meer verdriet het verhaal in, zelfs zo dat ik ongeveer vijf maanden
aan dit verhaal heb moeten werken omdat de sfeer van de hoofdpersonen, May en Elise, me
elke keer zo ging aankleven dat ik me soms depressief ging voelen omdat _zij_ dat waren.
Ik had een hekel aan dit verhaal. Ook wist ik niet hoe het moest aflopen, zodat ik telkens
maar weer in het verhaal moest gaan 'wonen' om te weten hoe het verder zou gaan. En ja, op
het laatst is er eindelijk iets van bevrijding. De spiegel barst: het verschil tussen
buiten- en binnenwereld is niet zo heel scherp meer.
GROEPSPORTRET MET EIEREN EN LOGICA
>>>
"Mijn favoriete verhaal uit de bundel is het verhaal over je thuissituatie. De humor
van je vader en dus jouw humor, spreekt me erg aan (kun je het zout aangeven, ja hoor. er
gebeurt niets, etc.). Maar vooral je moeder met al haar delingen en berekeningen,... daar
genoot ik van. Het is een verhaal waarin alle afstand is verdwenen, het is zo warm."
<<<
>>>
"Groepsportret met eieren en logica" is een warm verhaal over de familie, met
ieder's eigenaardigheden en persoonlijke dingetjes. En ook weer de liefde voor lezen.
"Ook de boeken die me niet bovenmatig bevallen lees ik helemaal; ik sla de pagina's
steeds sneller om en lees ze vluchtig, maar toch. Het moet uit, dat is de afspraak. Niet
eens om te weten hoe het afloopt maar omdat je een boek een kans moet geven. Desnoods tot
op de laatste pagina." Hoewel ik moet toegeven dat ik soms wel blijf steken..."
<<<
>>>
"Als ik in staat zou zijn om zo exact de gevoelens in het dagelijkse bestaan van een
gezin op papier te krijgen dan zou ik daar vreselijk trots op staan. De kleine
woordspelletjes en "levensspelletjes" die in elk gezin gewoon zijn, maar waar
een ander, als die daar plotseling tussen wordt geplaatst, even verbaasd van kijkt zo
heerlijk verwoord; ja daar zou ik het _trotst_ op zijn zo'n verhaal.
<<<
Ik had zoveel treurige verhalen
geschreven inmiddels - moord in 'Stokken en stenen', een verloren liefde in 'Miss Onweer,
een fatale liefde in 'Lichamen', kapotte meisjes in 'De hoek van inval' - en telkens maar
weer met van die eenzame hoofdpersonen, dat ik ernstig behoefte kreeg aan vrolijkheid en
gezelschap en slapstick. Ik wilde een verhaal schrijven als een cartoon, met snapshots, en
veel komedie en mensen en grappen en grollen. Ik veegde wat familieschetsjes bijeen die ik
in de loop der jaren in brieven aan anderen had geschreven, en toog aan het werk. Het was
zalig om te schrijven, het vloog eruit; ik geloof dat ik er een week over heb gedaan. (Ja
daarna moest er, zoals bij alle verhalen, natuurlijk nog aan geschaafd worden en moet je
het laten liggen en nog 's lezen en een zin veranderen en ontdek je dat die passage _hier_
eigenlijk *daar* moet staan.) Wat ik gaandeweg wilde, was laten zien hoeveel ik van mijn
ouders houd en hoe gek ze zijn, elk op hun eigen manier, en hoe zij me hebben gevormd. Een
van de beste momenten uit mijn leven was rond Kerst 1992, toen ik - tamelijk verdrietig,
om later uiteen te zetten redenen - bij mijn ouders kwam met een uitgedraaide versie van
het manuscript. Ik wilde graag dat ze het lazen en ik wilde ook horen of ze het goed
zouden vinden dat ik 'Groepsportret' zo publiceerde; dit ging immers ook over hen, en dan
kun je dat niet zonder meer doen vond ik. Mijn moeder nam het pak papier van me over en
begon te lezen. Al op bladzijde twee giechelde ze. 'Wat is er?' vroeg mijn vader
nieuwsgierig. Ik had maar 1 exemplaar bij me. 'Nou niets, het is grappig, je krijgt het
zo.' Op bladzij drie kreeg ze de slappe lach. Mijn vader kon zich niet meer inhouden en
kwam erbij staan. Ze hebben het samen gelezen, hij over haar stoel gebogen, met de tranen
in hun ogen van het lachen. Ik was _zo_ trots. En nog jarenlang lazen ze het voor aan
iedereen die op bezoek kwam ;-)
LICHAMEN
>>>
"het verhaal "lichamen" vanwege het prachtige beeldrijke taalgebruik, in
schoonheid het proces beschreven van afscheid moeten nemen en daarmee de dood lichamelijk
voelbaar maar vooral hanteerbaar te maken"
<<<
>>>
"Op welke tekst zou ik verliefd zijn als ik schrijfster zou zijn? Op een tekst die
zegt wat ik wil zeggen; op een manier die anders is, nieuwer en toch heel herkenbaar. Een
tekst waarin ik woorden heb kunnen geven aan herinneringen, emoties, gedachten; waarin ik
ervaringen opnieuw vorm gegeven heb en kleur en extra diepte. Een tekst die ook jaren
later nog die emoties en gedachten op kan roepen. Ik ben geen schrijfster. Op welke tekst
zou ik verliefd zijn als ik de schrijfster van 'stokken en stenen' zou zijn? Voor mij kan
dat dus alleen maar 'lichamen' zijn."
<<<
En L... zei nog iets over vampiers, die
had ze akelig gevonden, maar dat kon ik niet meer terugvinden. Tsja. 'Lichamen' is in tien
dagen geschreven, toen de verhouding tussen mij en mij grote liefde stuk liep. (Dat was de
reden voor die droevigheid rond Kerst 1992 - en nog jaren daarna, trouwens.) Ik heb hem
niet heel lang gekend, zes maanden, en ergens in de vierde maand sloop de ellende erin.
Het probleem was niet alleen dat het iemand was met draken in zijn hoofd, maar ook dat hij
verslaafd was - aan coke. En ik wist dat hij mijn Grote Liefde was. Er iets niets
akeligers dan je lief te zien kapot gaan, hem of haar te zien wegdrijven, en te weten dat
hij- of zijzelf daar geen meester meer over is. Die twee gedachtes - zijn afhankelijkheid
van 'spul' en dat idee van onsterfelijke liefde - leidden samen tot het vampier-thema.
(Vampiers vind ik trouwens niet eng, dat scheelt: dan is het makkelijker om e.e.a. als een
mooi beeld te zien.) En omdat ik zowat meer om hem gaf dan mezelf, en sterk het gevoel had
dat ik door hem mezelf leerde kennen, of hanteren, dacht ik na over wat dat 'ik' nu
precies is. Dat een ander soms meer 'ik' kan zijn dan je voor jezelf bent. Over zulke
dingen had ik veel gelezen, een het leek zo logisch om dat hier in te brengen; ook al
omdat het me fysiek pijn deed als hij wegstapte hier, met zo'n wolk boven z'n hoofd. Dan
leek het alsof hij z'n vlees van het mijne losscheurde of het mijne van het mijne. Ik wist
niet meer waar hij begon en ik ophield. Over dood gaat het ook veel, want dat wilde hij
graag, zo bleek: er niet meer zijn, ophouden te bestaan, zijn hoofd uitzetten. En over
lichamen: want die maken de liefde tastbaar, en ook daar wordt gepiekerd over 'eigen' en
'vreemd' en besluit je afweersysteem wat van jou is en wat de vijand; maar afweersystemen
kunnen zich tegen jezelf keren (ik heb een ziekte die precies dat doet, zodat mijn
afweersysteem mijn eigen zenuwen aanvalt). Dat alles leek zo vreselijk logisch in elkaar
te passen, de verhalen en theorieën werden zo'n vanzelfsprekend organisch geheel... Ook
schreef ik natuurlijk niets anders dan een groot pleidooi voor ons, aan hem. Mijn ultieme
liefdesbrief, die van bloedserieus naar grappig naar dramatisch naar poëtisch zwierf en
danste.
AUTOBIOGRAFIE
>>>
"Het laatste verhaal, "Autobiografie", irriteerde me zelfs. Waarschijnlijk
doordat het in de tweede persoon is geschreven, waardoor je als lezer de hele tijd met 'U'
wordt aangesproken. Op zich wel een interessant gegeven, dat lichaamsdelen een eigen wil
hebben - 'het lichaam als dader', en wie is dan verantwoordelijk? Het duurde even voordat
ik echt door had dat het verteld werd door de rechter HAND. ('Aangenaam, ik ben de
rechter'). Vreemd verhaal."
<<<
Ja dat was het, vreemd ;-) Het ontstond
doordat ik een andere betekenis wilde geven aan het woord 'Autobiografie'. Mensen zeggen
het vaak: "een verhaal van de hand van de bekende auteur Huppeldepup", en toen
dacht ik: Ha. Een idee. laten we die hand nu eens _zelf_ het woord geven! 't Is een etter,
die hand. Heel arrogant, heel bazig, en hij denkt dat hij de dienst uitmaakt. (Ook weet ik
natuurlijk van alles van onwillige, tegenstrevende lichaamsdelen.) Maar op het laatst
merkt hij dat hij wel kan denken dat-ie alles in de hand heeft, maar dat de mond misschien
belangrijker is - die drinkt stug door, en hij gaat langzaam lallen... Zodat de rechter
mij, de schrijfster, uiteindelijk gelijk moet geven: monden (lees: woorden) zijn het
allerbelangrijkst. En er maar op hameren dat dit _zijn_ verhaal is...
***************************
Nu, wie mijn commentaar heeft gelezen heeft iets meer hints dan eerder over wat nu precies
dat ene verhaal is waar ik nog steeds verliefd op ben: Lichamen. Niet eens meer vanwege
hem (we hebben elkaar dit jaar veel gezien, voor het eerst weer, en in de zomer heeft hij
me gevraagd hem van z'n verslaving af te helpen komen - inmiddels is-ie aan de heroïne -
en bijna alles wat hem indertijd zo bijzonder maakte, heeft hij hetzij verloren, hetzij zo
ver weggestopt dat ik verdrietig word als ik naar hem kijk). Maar omdat liefde en denken
over liefde zo mooi door elkaar lopen, omdat lichamen er vloeiend in worden, en leven en
dood zo bij elkaar horen.
De winnaars zijn derhalve: Tesren (Tessy en Renee) en Lenneke. Ik heb een oorkonde voor
beiden gemaakt ;-)
_K_
14.02.98