Onderwerpen in deze samenvatting van boekgrrls' mail:
Bezwaren en Waardering
Citaten
Cliff Richard en de halfbroer
Film
Personages
Scandinavische
literatuur in het algemeen
Taal
Thema's
Titel
Vaderschap
Vertelperspectief
Vragen
Van deze schrijver die in Noorwegen veel waardering geniet is nu voor
het eerst een boek in het Nederlands vertaald. Een jongen groeit op met
een moeder, grootmoeder en overgrootmoeder en dan nog zijn halfbroer. De
TITEL verwijst naar de situatie dat de jongens Fred en Barnum wel
dezelfde moeder hebben, maar dat Fred geboren is na een verkrachting
door een onbekende man. Ze zijn halfbroers. Aan het eind van de
samenvatting wordt nog op deze kwestie ingegaan.
Dat ''halve'' leverde nog meer
speculaties op van de boekgrrls:
- Leek me 'grappige' woordspeling
over het feit dat Barnum zo klein is. Hij is geen hele broer maar een
halve.
-Fred en Barnum vullen elkaar aan: de dyslectische (autistische?) en
de spraakwaterval, de lange en de korte. - Boletta zegt tegen Barnum dat
hij beter van Vivian en het kind kan houden. Hij zegt dat niet te kunnen
en Boletta: 'Dan ben je een halve man, Barnum.'
De WAARDERING van de boekgrrls was overwegend positief, maar voor een
aantal was het boek echt te dik, te slap geconstrueerd ook.
- Wat een fantastisch mooi beschreven verhaal trouwens, het staat nu op de
lijst van de te herlezen boeken...
- Verrukkelijk geschreven. Da's zeker. -
Voor mij
geen geworstel of afzien met de eerste 33 bladzijden. Elke zin nagelt
mijn aandacht vast en nu ik even gestopt ben blijf ik achter met een
opwindend vermoeden dat mij nog allerlei te wachten staat!
-Verder vond ik het
een
schitterend boek trouwens, als dat misschien nog niet duidelijk was.
Ik heb het in één ruk in een paar dagen uitgelezen
- Ik heb dit boek
als totaaltheater beleefd en ben me geen enkel detail van stijl of
woordkeus
bewust geworden, had geen behoefte aantekeningen te maken of zo. Dat
vond ik een goed teken.
- Het boek is grotendeels heel goed en mooi
geschreven (vooral de gezinsscènes vond ik vaak heel goed getroffen, vooral als
ze heel feitelijk maar toch beeldend werden beschreven.)
- En dan de bewondering voor de constructie van het geheel, nou ja, daar knap ik
dus
bijzonder van op.
BEZWAREN waren er ook.
Er was een grrl die het lettertype niet prettig vond en iemand die het boek vol afkeer van de stijl weglegde.
Dat het een dik boek is, 640 blz., is een feit, en dit was niet voor
iedereen een onverdeeld genoegen:
-De spanningsboog is van wel erg
slap elastiek en in die zin is de roman voor mij te omvangrijk.
- Dat
geldt
trouwens vooral voor het middengedeelte, het hoofdstuk Barnum. Hierin
doet
Barnum verslag van zijn jeugd, die beslist de moeite van het
vertellen waard is, maar waar ook wel het een en ander in stond dat niet veel
toevoegde (.), ik denk vooral aan de tocht van de jongens naar de
Noordpool, de bokscarrière van Fred. Het stuk over Fred die op
straat in elkaar wordt geslagen vond ik trouwens sowieso afbreuk doen aan het
verhaal.
Maar een ander zegt daar juist over:
- dat Christensens
tekst
mooi, maar te uitgebreid is, komt ook terug in het boek. Het laatste
script De nachtman /De nachtmannen is goed voor een film van
viereneenhalf
uur. ''En er mag geen komma van verplaatst worden'', zegt Barnum. Dus
het boek moest kennelijk zo lang worden als het is.
Over SCANDINAVISCHE literatuur in het algemeen bestaat bij de
boekgrrls het idee dat die doorgaans somber en triest is. Een grrl uit
Denemarken
maakte de grrls attent op wel heel globaal denken, maar toch.
- Als
Scandinaviegrrl moet ik dit toch kunnen waarderen, maar tot nu toe
gaat het mondjesmaat. Ik vind het heel heftig voorlopig en kan het lezen
niet zo lang volhouden. Elke dag een beetje, anders verwen ik mijn najaarsdepressie te veel. Trouwens, soms is het ook nog
grappig...
Raar
boek, ben toch benieuwd hoe het verder gaat
- Het is een soort Scandi-versie van John Irving (al vraag ik me nu al af of Barnum zolang bij
me zal blijven als Garp en Owen Meany.) Ik geloof dat ik het uit zal
lezen, en voor mij is dat heel wat aangezien het me nooit eerder gelukt is
met een Scandinavische schrijver.
- Bovendien vind ik Scandinavische
boeken
vaak zo triest. Ik word er niet vrolijk van. Ligt dat nou aan mij, of
hebben daar meer grrls last van?
- Meestal wel, maar met dit boek nu
juist
niet. Ik had tijdens het lezen maar 1 kleine inzinking even. Dat was
tegen het einde. Barnum was net op die cesuur volwassen geworden en ik
miste het jongetje. Opeens is hij dan getrouwd en dat huwelijk wordt inderdaad
niet zo vrolijk beschreven. Maar lang duurde die inzinking niet. Vanaf
pagina 605 staan er in mijn exemplaar alleen nog maar strepen. En het gekke
is, ik word juist helemaal niet triest van dit boek, integendeel: het
verkwikt me! Ik ben er nog niet uit waarom. Het is niet het verhaal, hoewel ik
dat ook niet erg triest vind.
- Ik werd juist niét triest van De Halfbroer,
maar werd er euforisch van.
- ik heb ook absoluut geen last van
'Scandinavische Somberheid', waar dit boek overigens geen enkele
aanleiding toe geeft. Integendeel.
FILM
- In het eerste hoofdstuk ontdek je dat de verteller een
scenarioschrijveris. Dat maakt het herkenbaar wanneer hij in de rest van de vertelling
af en toe zijn herinneringen op de montagetafel legt. Overgrootmoeder
(de Oude) is overigens ook actrice geweest. Dit was nog in de tijd van de
stomme film. Helaas, tijdens allerbeste performance vergat de cameraman
een film in de camera te doen. De beste film was niet alleen stom,
hij was ook onzichtbaar.
- Ook Barnums rolletje in Honger komt niet in de
film
terecht. En aan het eind van het boek blijkt dat de scenario's die
hij schrijft, ondanks dat ze geprezen worden, geen van alle verfilmd zijn.
Dus ook zíjn beste film is onzichtbaar...
- Door het eerste hoofdstuk
kun je
de rest van het boek als een grote flashback lezen. Daarbinnen zijn
dan perfect gedoseerde flashforwards. Genoeg flashforwards om je
nieuwsgierig te maken zonder dat er van alles verklapt wordt. Prachtig gedaan
hoor.
-
Veel in het boek heeft met waarneming te maken, logisch voor iemand
die bij de film werkt. De hoofdstuktitels tussen haakjes suggereren
misschien regie-aanwijzingen.
THEMA's
Een grrl noemde een aantal thema's.
- Ten eerste 'wachten'.
Wacht Fred op zijn kans om te bewijzen dat hij ook wat voorstelt, of
wacht hij op een moment om wraak te nemen op Arnold? Barnum wacht op zijn
perfecte script en later op Fred. De Oude op haar geliefde. Boletta,
waar wacht zij op? Arnold op zijn gouden kans om beroemd te worden? Vera
op Rakel en daarna op Fred. Peder? Vivian? Eigenlijk wachten Peder en
Vivian op Barnum.
- Ten tweede gaat het over 'grenzen aan jezelf stellen'
dan wel die oprekken of negeren door hongeren, langdurig stilzwijgen, je
moedwillig in elkaar laten trimmen, het perfecte script, vergetelheid
dan
wel geluk in de alcohol.
- Ten derde 'onvolmaaktheid': Barnum is te klein,
Peder te dik, Fred heeft dyslexie en wat is er mis met Vivian: zij
werd
geboren tijdens een ongeluk.
-Ten vierde voegt een ander toe: 'man zijn'.
Als alle mannen in je familie verdampen, overgrootvader,
grootvader, vader, broer en ook je eigen mannelijkheid krijgt nog een dreun als
ze je vertellen dat je onvruchtbaar bent, dan heb je als jongen toch iets
te
verstouwen, denk ik. Dat de vrouwen daarentegen zo aanwezig en sterk
zijn
ondermijnt misschien ook nog eens. Bovendien is Barnum een
onderdeurtje en draagt een ''gekke'' naam voor een jongen.
TAAL
- De taal waarin die levens beschreven worden is prachtig en ik moest
om zoveel dingen breed grijnzen. En dan de bewondering voor de
constructie van het geheel, nou ja, daar knap ik dus bijzonder van op.
-
Verrukkelijk
geschreven. Da's zeker. Zeer visueel; originele, genieterige
zinnetjes
-
er is iets merkwaardigs aan de stijl, zinnen worden aan elkaar
geregen met 'en'.
- Barnum lijkt in zijn script te worstelen met de hoeveelheid
woorden die hij nodig heeft. Het was net of er een grote ijdelheid de
taal binnensloop en al snel kon men op het doek veel meer dan korte tijdsaanduidingen lezen: 'Langzame, vreselijke dagen slepen zich
voort, vervuld van de hopeloosheid van de vertwijfeling' (...) De taal begon
fout te gaan. Tenslotte stond de tijd stil in de woorden." En daarna
staat er nog: "De acteurs begonnen tegen elkaar te fluisteren, gegrepen
door dezelfde paniek die het publiek ook voelde." Zou er daarom in
dit boek zoveel gefluisterd worden;-). 't Zal wel niet, maar wie heeft een
betere verklaring?
- Zo halverwege het boek fluistert Barnum aLLEs wat hij zegt.
Het irriteert me mateloos en ik wil die jongen voortdurend
toeroepen: "houd eens op met fluisteren!"
- Barnum is in het boek de
grote
fluisteraar; verder doet Vera 't een enkele keer. En, als ik me goed
herinner, is Barnums alternatief dan weer om iets uit te schreeuwen.
- Ik
ken toevallig zo'n jongen die veel te klein is. Vanaf het moment dat
hij zich ervan bewust werd begon hij te fluisteren. Hij kijkt ook altijd
naar de grond. Een soort 'sorry dat ik besta'-reactie. Anderen gaan juist
schreeuwen... Voor mij dus herkenbaar en niet irritant. - Fluisteren
was nog niet het minste, in dit boek vervallen veel mensen tot zwijgen,
soms maanden lang zelfs.
- Met spreken en zwijgen is echt van álles aan
de
hand. In feite zwijgt de schrijver mee door die doden en het
vaderschap
mysterieus te laten.
VERTELPERSPECTIEF
- Je hebt steeds een dubbel perspectief. Je beleeft de gebeurtenissen
zoals Barnum ze begrijpt en tegelijkertijd krijg je de volwassen
visie op het geheel. Dat de moeder bijvoorbeeld, juist in het licht van de
dood van haar grootmoeder, nu op een pijnlijke manier beseft hoeveel haar
moeder van haar houdt, dat wordt niet gezegd, maar wel voelbaar gemaakt.
-
Dat is
knap geschreven, het gebeurt min of meer ongemerkt, en maakt dat je
je betrokken voelt bij het verhaal. Maar dit dubbele perspectief
ontbreekt in het verhaal over Fred die in elkaar wordt geslagen, want Barnum is
daar
helemaal niet bij. En Fred was nu ook niet bepaald een type dat hij
het verhaal thuis in geuren en kleuren aan Barnum uit de doeken deed, dus
het
verslag van Barnum hierover vond ik een vreemde eend in de bijt.
PERSONAGES
Wonderlijke maar niet ongeloofwaardige personages en gebeurtenissen .
Ten eerste natuurlijk de halfbroers, het koekoeksjong Fred en het
kleintje Barnum. Hun familieleden: hun overgrootmoeder, ooit actrice en nog
immer
wachtend op haar grote liefde die vermist is geraakt op de Noordpool.
Het enige dat ze nog van hem heeft is zijn laatste brief. Deze brief speelt in
de rest van het verhaal een belangrijke rol trouwens. Haar
dochter,
Boletta, van wie we eigenlijk te weinig te weten komen, die ook al
ongetrouwd (bewust) een kind gekregen heeft, die jarenlang werkte op
het telegraafkantoor, en die telkens 'als ze het op haar heupen krijgt'
vertrekt naar café De Noordpool. De dochter van Boletta, Vera, wier
vriendin Rakel in WOII is afgevoerd naar Ravensbrück wordt op bevrijdingsdag verkracht. Na de oorlog trouwt ze met
oud-circusartiest en sjacheraar Arnold Nilsen en uit die verbintenis wordt de
ikpersoon,
Barnum, geboren. Naast deze familie komt er nog een flink aantal
kleurrijke bijrollen in beeld. Zo zijn er de twee beste vrienden van Barnum, de dikke Peder en het meisje waarop beiden verliefd
zijn,
Vivian.
En hun ouders, de verminkte moeder van Vivian, de
postzegelverzamelende
vader van Peder. De verzekeringsagent Arnesen en zijn vrouw,
huismeester Bang, het Chocolademeisje en langste man ter wereld in het circus
waar
Arnold werkt voor hij Vera leert kennen en tenslotte Esther van de
kiosk.
- De centrale moeder Vera is bijna een blinde vlek in het verhaal
terwijl
grootmoeder Boletta zo'n uitgesproken persoon werd Misschien zitten
er autobiografische kanten aan het verhaal? Iemand die heel dichtbij je
staat
is moeilijker te beschrijven. Je bent er teveel mee
verweven.
- Eerst
was
er De Oude, zo jammer dat die doodging. Boletta nam die rol op een
gegeven
moment over.
- De hoofdkarakter deed me heel erg aan Shane McGowan
denken - exzanger van The Pogues, een geniaal mens die zowat constant
dronken is maar nooit zijn taalgevoel kwijtraakt.
VADERSCHAP
- Ik zat het hele boek te wachten op de onthulling van de moeder dat
de jongens dezelfde vader hadden, maar die kwam dus niet. Heb ik iets
gemist?
- Volgens mij zijn het niet dezelfde vaders, hoewel dat nergens met
zoveel woorden wordt gezegd. Maar ook het tegendeel wordt nergens
gesuggereerd.
Het leven van die patjepejervader, hoe heette hij ook alweer, Arnold?
wordt wel uitgebreid beschreven, maar hij lijkt in de tijd van de verkrachting met het circus mee te zijn. Hij wordt ook helemaal niet
beschreven als iemand die tot zo'n verkrachting in staat is. Ook
lijkt Fred helemaal niet op hem, vanbinnen niet en vanbuiten niet. Ik denk
dat
het gewoon een grapje van Christensen is, misschien juist wel met de
bedoeling dat je op zo'n onthulling gaat zitten wachten. De vaders
lijken
er in dit boek niet zo toe te doen. Alleen Barnum kent zijn eigen
vader.
Boletta niet (behalve dan uit die brief), Vera kent haar vader niet
en volgens mij Fred dus ook niet.
- Ja, dat idee had ik ook, maar je
wordt
als literatuurlezer zo getraind om toevalligheden uit te sluiten en
aan alles betekenis te hechten. Twee keer een man treffen met een
verminkte hand kan in het gewone leven heel misschien nog wel voorkomen, maar
in een boek verwacht je dan toch dat het iets betekent. Oké, dan zal het
wel een grapje zijn. Spelen met de verwachtingen van de lezer of zo. Tja...
-
Een
probleem met Arnold als Freds vader is dat Arnold tijdens de oorlog
zo ongeveer zijn hele hand is kwijtgeraakt, terwijl de verkrachter op de
droogzolder slechts 1 vinger mist. En die verkrachting vindt plaats
op bevrijdingsdag, na de oorlog dus.
- Ik geloof, dat hij bij de
verkrachting
maar één vinger miste en toen hij Vera kwam vragen er méér miste.
Hij had zich misschien expres erger verminkt om niet verdacht te worden van
de
verkrachting? Opvallend is dat de verminkte hand ''bijeengesnoerd is
met grove steken''. En dat hij in de óórlog die vingers is
kwijtgeraakt,
dat
kan hij wel beweren, maar hij is niet in zijn eerste leugen
gestikt.
-
Volgens mij is Arnold Freds vader. Ik maakte dat op uit de scène
waarin
Arnold op de droogzolder komt: hij kijkt - zoals Barnum
schrijft:
wonderlijk genoeg - niet naar Fred die hij daar zoekt, maar naar de
drooglijnen, de knijpers, de kolenzakken, de vogel, dus naar de
zolder zelf. Dan krijgt hij - volgens mij - een schok van herkenning. En dan
'gebeurt het alllerwonderlijkste': hij omhelst Fred, en hij huilt.
Daarna
gedraagt Arnold zich tegenover Fred ineens hetzelfde als tegenover
Barnum,
dus als vader, terwijl hij tevoren Fred altijd negatief bejegende, of
negeerde. Bij deze uitleg past volgens mij het einde van het boek.
Als Barnum z'n moeder opzoekt omdat Fred na 28 jaar afwezigheid is
teruggekeerd, zegt Boletta tegen hem dat hij nu 'heel' is. Ze legt
dit
niet uit, maar ik denk dat ze bedoelt: een hele broer, geen halve. Ze
heeft inmiddels van Fred gehoord dat Arnold z'n vader was (en Fred
weet
dat omdat Arnold hem dat toen hij stierf heeft verteld), daarvan is
Vera zo in de war geraakt dat ze psychiatrisch is opgenomen. Aan het eind
van
het boek zegt Fred dan ook dat hij is teruggekomen 'om jou (Olga, of
Barnum, of beiden) dit alles te vertellen'. Passend, toch?